| Eén uniform Europees Vaarbewijs? De Europese Commissie heeft onderzoek laten doen naar de grote verschillen tussen de nationale pleziervaart vaarbewijzen in Europa. De aanleiding is duidelijk: ondanks het vrije verkeer van personen en diensten binnen de EU blijft het voor watersporters lastig om met hun eigen vaarbewijs overal te kunnen varen. Ook professionals, zoals verhuurders en vaarscholen, lopen tegen praktische problemen aan. De resultaten van het onderzoek zijn onlangs gepubliceerd. In Europa zijn naar schatting meer dan veertig miljoen mensen actief in de recreatievaart. Toch hanteert ieder land zijn eigen regels voor het besturen van een pleziervaartuig. Die verschillen zitten in vrijwel alle onderdelen: benodigde vaarbewijzen, onderscheid tussen binnenwater en kustwater, lengte of motorvermogen van de boot, geldigheidsduur van het bewijs en de verplichting van bijvoorbeeld een medische keuring. Sommige landen hebben zelfs helemaal geen vaarbewijsplicht (onder andere Ierland, Finland en Zweden), terwijl elders al voor kleine boten een certificaat nodig is. Voor wie buiten de eigen landsgrenzen vaart, leidt dit tot onzekerheid. Er bestaat geen centrale, betrouwbare database met erkende vaarbewijzen. Handhaving gebeurt daardoor vaak per geval, en soms arbitrair. Het Internationale Certificaat van Vaardigheid (ICC), gebaseerd op UNECE-Resolutie 40, is bedoeld als internationaal erkend bewijs van vaarbekwaamheid. In theorie zou dit veel problemen moeten oplossen. In de praktijk blijkt de erkenning echter beperkt: - sommige landen erkennen het ICC officieel, maar passen het niet toe;
- andere landen erkennen het helemaal niet;
- en weer andere accepteren het alleen in bepaalde gebieden of situaties.
Daardoor kan een watersporter met een geldig ICC in het ene land eenvoudig varen, maar in het andere land alsnog als 'niet bevoegd' worden beschouwd. Het onderzoek merkt op dat het ICC wel degelijk een kansrijk uitgangspunt is voor harmonisatie, maar alleen als alle lidstaten het bewijs verplicht zouden erkennen. Voor professionals in de watersport levert het gebrek aan eenduidigheid veel werk op. Charterbedrijven, zeilscholen en verzekeraars moeten elk dossier beoordelen op basis van het land van herkomst, het vaarbewijs van de huurder, het vlaggenland van het schip en de lokale regels. In landen als Italië en Griekenland bepaalt soms niet eens de wet, maar de verzekeraar of havenautoriteit of een bepaald vaarbewijs voldoende is. Dat leidt in de praktijk tot afwijzingen, frustraties en conflicten tijdens controles. Ook remt het de groei van nautisch toerisme. Het rapport constateert dat er geen consistente Europese gegevens zijn over ongevallen met pleziervaartuigen. Daardoor is het lastig om te bepalen welk effect strenge of juist soepele exameneisen hebben op de veiligheid. Wel zijn er duidelijke signalen dat de huidige situatie risico's met zich meebrengt, zoals fraude met vaarbewijzen, onvoldoende controle op vaardigheden en gebrek aan kennis van de vaarregels. Volgens het onderzoek zou harmonisatie van opleiding en toetsing de veiligheid kunnen verhogen, mits landen bereid zijn gezamenlijke minimumstandaarden te accepteren. Het rapport schetst drie mogelijke richtingen voor de toekomst: - Niets veranderen
De huidige onduidelijkheid blijft bestaan, inclusief de problemen voor mobiliteit en professionele partijen. Dit scenario biedt geen verbetering. - Verplichte wederzijdse erkenning van het ICC
Een relatief eenvoudige en snelle oplossing, mits alle lidstaten Resolutie 40 omarmen en hun procedures voor het uitgeven van het ICC harmoniseren. Dit scenario lijkt op korte termijn het meest haalbaar. - Eén Europees vaarbewijs
De meest vergaande optie, met duidelijke voordelen: één erkend document voor heel Europa. Maar de politieke, organisatorische en financiële drempels zijn groot. Dit scenario wordt als langetermijnoptie gezien. De onderzoekers achten verplichte wederzijdse erkenning van het ICC momenteel de meest realistische stap richting harmonisatie. Daarmee wordt de basis gelegd voor een toekomst waarin mogelijk één Europees vaarbewijs bestaat. Tot die tijd blijven watersporters geconfronteerd met een lappendeken aan regels en blijven professionals afhankelijk van lokale interpretaties en eisen. Bron: BoatIndustry.com Redactioneel commentaar De oplossing die de onderzoekers voorstellen lijkt logisch. Resolutie 40 is echter een resolutie van de Verenigde Naties en niet alle landen hebben deze Resolutie ondertekent. Kan de EU echter landen wel verplichten een resolutie van een andere organisatie te erkennen? Het is immers een resolutie die niet in het Europees Parlement tot stand is gekomen. En hoe landen deze resolutie nu in de lokale regels hanteren verschilt. Nederland is bijvoorbeeld wel ondertekenaar van de Resolutie, maar heeft in de Nederlandse regels niet Resolutie 40 echt erkent, maar noemt bij naam elk soort vaarbewijs van verschillende landen en met welk Nederlands vaarbewijs of vaarbevoegdheid dit is gelijkgesteld. Voor de beroepsvaart zijn de regels voor opleiding en vaarbevoegdheden inmiddels wel geharmoniseerd, maar dat was een project van vele jaren. |